NV#21 – Ronald van Marlen

Verbinding en rentmeesterschap: het onderbelichte sociaal-maatschappelijke component van de landbouwtransitie

Druk op landbouwgronden, een uitgekleed takenpakket van de boer, tegenstrijdige agenda’s van stakeholders. We geloven graag in een wereldbeeld waarbij landbouw beoefenen primair gericht is op het produceren van nutriëntvol voedsel om de bevolking zo goed mogelijk te voeden. De praktijk bewijst nog anders, laat eco-expert Ronald van Marlen zien. Hoe vinden we de weg terug en gaan we toch vooruit? 

We blijven graag onafhankelijke verhalen maken. Help je ons daarbij?
Je kunt Nieuw Voer steunen met een gift. Dat kan heel simpel via iDeal met deze link

In de landbouwtransitie laten we het oude langzamerhand achter ons op weg naar een nieuwe situatie. Een werkelijkheid waarvan we nog niet weten hoe die er precies uit gaat zien. Het accepteren van de economische pijn lijkt een onderdeel van de onvermijdelijke groeipijn die ons een stap verder brengt. Het is de vraag of we de pijn durven te nemen of deze blijven uitstellen. 

In deze tussenfase tussen oud en nieuw is het nodig dat alle actoren naar zichzelf kijken en vanuit ecologisch perspectief bedenken welke verantwoordelijkheid ze willen nemen en hoe hun verdienmodel hieraan gekoppeld kan worden. 

Verbinding zoeken is een noodzaak volgens Ronald van Marlen. Zonder gemeenschappelijk kompas, een visie, een plan vliegen we alle kanten op. Hij kijkt via een sociaal maatschappelijke bio-bril vanuit verschillende disciplines naar de landbouwtransitie. En ziet kansen in onderzoeken hoe gangbare en agro-ecologische boeren kunnen samenwerken en van elkaar kunnen leren om met elkaar verder te komen in de landbouwtransitie. 

Biologisch of agro-ecologisch? 
In de Farm to Fork strategie wordt de nadruk gelegd op biologische landbouw. Zou  ‘agro-ecologisch’ niet passender zijn? Dat is een parapluterm waar biologische landbouw onder valt. Het onderscheidt zich door een plaatsgebonden benadering van landbouw, die uitgaat van de eigen specifieke uitdagingen, kansen en bedreigingen van een stuk land of locatie. Agro-ecologische landbouw kent dan ook geen knippen-en-plakken strategie, maar een aanpak die voor elke lap grond op maat wordt gemaakt. Anders dan bij gangbare landbouw is en blijft bij plaatsgebonden landbouw de natuur zo oorspronkelijk mogelijk. Binnen die setting kiest de boer een vorm van voedselproductie. Dat kan bijvoorbeeld een voedselbos zijn, strokenteelt of traditionele biologische landbouw. 

Biologisch is dus een vorm van agro-ecologische landbouw. Het gaat over meer dan een eindproduct dat vrij is van pesticiden en kunstmest. Biologische landbouw gaat ook om landbouwmethoden die boeren in staat stelt om uit een cirkel van chemie en kunstmest en het daarbij horende verdienmodel te komen. 

Vervangen verdienmodel rond chemie 
De landbouwtransitie is geen vrijwillige upgrade van het huidige systeem. Het is zelfs allesbehalve vrijwillig. Ronald vindt dat we eerlijker moeten benoemen dat de landbouw in zwaar weer verkeerd. Dat dat komt door de naoorlogse vrije landbouwstrategie waar we eerder ook al met Geert van der Veer over praatten, vindt hij niet de juiste conclusie. Het is nooit de bedoeling geweest dat op lange termijn vastgehouden zou worden aan een tijdelijke noodstrategie. Ook vindt hij het aanwijzen van boeren als aanstichters van het kwaad wel heel kort door de bocht. Chemie is het verdienmodel geworden in de landbouw en partijen zoals banken hebben dat mede in stand gehouden. 

Waarom hebben we niet op een eerder moment het tij gekeerd door de onbedoeld geïmplementeerde tijdelijke landbouwstrategie te verruilen voor een nieuwe? Waarom zijn we op de rijdende trein blijven zitten toen bleek dat de kwaliteit van ons voedsel en daarmee onze gezondheid het onderspit moesten delven? Hadden we de huidige polarisatie in de landbouw kunnen voorkomen? Of hebben we deze juist hard nodig om momentum te creëren en de huidige transitie extra kracht bij te zetten? 

Kantelpunt agro-ecologisch gangbaar 
Het bewijs wordt steeds zwaarder dat er geen gif nodig is om voldoende voedsel voor de wereldbevolking te produceren. Wat staat er nog in de weg van het gangbaar worden van agro-ecologische landbouw? Feit is dat het levensbedreigend is voor bepaalde partijen. Het klinkt misschien als een utopie, maar het is tijd voor verschillende stromingen om elkaar op te zoeken en de beste learnings in de praktijk te brengen. 

Wat opvallend is dat gangbaar vaak het synoniem is van efficiëntie om de economics of scale te kunnen realiseren. Dat staat haaks op wat agro-ecologisch doet, namelijk streven naar effectiviteit van de natuur zonder ook efficiency uit het oog te verliezen. En daarmee economics of scope toevoegt aan het spectrum. Dusdanig dat efficiency in balans komt met effectiviteit. 

Is het dan toch mogelijk om het beste van twee werelden te combineren binnen de randvoorwaarden van de planeet? Zou een mogelijk keurmerk hieraan bij kunnen dragen om goed en slecht rentmeesterschap te kunnen onderscheiden? Keurmerken zijn erg ‘in’. Ze zeggen iets over de kwaliteit van het desbetreffende voedsel. Het keurmerk voor biologisch voedsel is beperkt, tegelijkertijd werkt het wel en het wordt Europees geaccepteerd. Maar is certificeren nog steeds iets wat we willen?
Ronald heeft een gezamenlijk verbindingsmerk voor ogen. Ook ziet hij kansen als wetgeving en bestemmingsplannen wat minder beperkend zouden zijn. Het zou voor agro-ecologische initiatieven makkelijker moeten zijn om te experimenteren en te leren. Om daarmee de innovatie, nieuwe ideeën en vooral ook de bewijslast aan te jagen.

We weten inmiddels; doorgaan met de bodems verder uit te putten is een sterfhuisconstructie. En alleen het vervangen van de huidige pesticiden door betere alternatieven is geen oplossing. Een schimmel of bacterie inzetten om de plantendruk onder controle te houden is dan wel natuurlijk, vanuit biologische landbouw is het deels een zwaktebod. We zouden niet naar een alternatief middel moeten kijken in onze zoektocht naar verandering. Om een toekomstbestendige visie en systeem te creëren is het nodig dat we op een andere manier naar landbouw bedrijven kijken. 

Regeneratieve landbouw vs kringlooplandbouw
Investeerders, merkhouders en de overheid zien kringlooplandbouw en regeneratieve landbouw als (onderdeel van) de oplossing. Hebben we het dan over de denkwijze of alleen de manier van werken die hoort bij deze manieren van landbouw beoefenen? Het merkwaardige is dat de keten voorheen verdiende aan de roofbouw van onze bodems, terwijl deze nu verdient aan het herstel hiervan. Regeneratief zonder bio uitgangspunten is een corporate activiteit vanuit een marketingbudget, meent Ronald. 

Het valt op dat het herstel van het land in samenwerking met de natuur bij agro-ecologische boeren in de geest zit. Zij zijn een lichtend voorbeeld van hoe boeren door de transitie heen bewegen. De bodem is immers de boer zijn rijkste bezit als hij koerst op toekomstbestendigheid. 

Van purpose naar kapitalisme
Ook al heb je als boer de beste bedoelingen, kan zoiets als je bedrijfsvorm stagnerend werken. Als houder van een B.V. heb je als boer als het ware een contradictio in terminis. Een B.V. heeft als doel waarde te extraheren. Dat staat haaks op het ideaal van een boer die goede voeding wil produceren voor de burger. Maar toch is ook de bedrijfsvorm die de boer en veel andere voedselproducten erop na houden die van een B.V. Ronald suggereert dan ook dat het tijd is de landbouwsector van andere bedrijfsvormen te voorzien. De sector heeft immers een maatschappelijke functie, of misschien wel plicht, om nutriënten te produceren. En daar hoort een passende bedrijfsvorm bij. 

Weerhoudt de huidige bedrijfsstructuur boeren ervan bij hun idealen te blijven?
Beluister de podcast-aflevering met Jan Duindam voor zijn idee hierover. 

Ook voedselproducenten hebben een belangrijke rol te spelen. In hoeverre nemen zij de maatschappelijke functie van de boer over in de vertaling naar de markt? Het is immers zo dat wanneer de boer zijn uiterste beste gedaan heeft om een nutriëntvol product af te leveren, het geen meerwaarde biedt om als voedselproducent(en) en merkhouders daar weer ongezond voedsel van te maken.
In de biologische keten en heel specifiek de biodynamische keten valt op dat de hele keten de waarden deelt, transparant is en samenwerkt een goed product naar de markt te brengen.

Wat je nu ziet is dat de grote foodbedrijven de kleine autonome voedselproducten opslokken. Dan rijst de vraag wat er dan nog overblijft van die missievolle merken? Het is juist het autonome eigenwijze denken dat de consument aanspreekt. Is die keten bereid zich daaraan op lange termijn te committeren? Wat je nu ziet is dat missievolle bedrijven opgetuigd worden om later eventueel te kunnen cashen, zoals De Vegetarische Slager en Oatly. Gaat impact hebben gevolgd door groei uiteindelijk ten koste van de oorspronkelijke normen en waarden van een missievol bedrijf?  

Hoe krijgen we voedselproducenten terug die vast blijven houden aan hun idealen?  
In de podcast met Pepijn Schmeink van Jack Bean en de aflevering met Thomas en Bert van Tomasu vertellen ze waarom ze kiezen voor het volgen van hun purpose en niet alleen voor euro’s. 

De realiteit laat zien dat foodbedrijven de voorkeur hebben om voedsel te veranderen in ongezond (zouten, suikers en vetten), om zo te gaan voor zoveel mogelijk winst. Daar zit ook de boer tegenstrijdig aan vast. Want als je de cash flow volgt, dan komt die niet geheel bij hem terecht. 

Welke maatschappelijke rol neem je als voedselproducent in de voedselketen in? En durf je de wereld ook nutriëntvol te voeden in plaats van alleen te vullen? Welke verdienmodellen zijn denkbaar en wenselijk?
Beluister voor praktijkvoorbeelden de podcast met de oprichters van Tomasu en Pepijn Schmeink van Jack Bean

Gelukkig is de consument langzaam en zeker wakker aan het worden. Men wordt bewust van het voedsel dat hij tot zich neemt. Het moet weer gaan over nutriënten in ons voedsel in plaats van junk food. Michael Pollan zegt: eet niets wat je oma niet als voedsel zou herkennen. Dat betekent dat we ook voor de eiwittransitie suikers, zouten en ongezonde vetten dienen te vermijden, willen we echt de wereld de beschikking geven over nutriëntvol voedsel.

Schaalbaarheid en grond
De beschikbaarheid van grond is een heikel punt. Het blijkt dat tweederde van de grond in Nederland landbouw als bestemming heeft, en dat is niet evenredig verdeeld over ons land. Een deel van de boerenondernemingen ligt in stedelijke gebieden en heeft slechts enkele hectaren tot hun beschikking. In bijvoorbeeld Flevoland, Groningen en Zeeland heb je doorgaans veel grotere bedrijven. Dan kan je de vraag stellen of meer grond per boer wel beter is als we biodiversiteit belangrijk vinden. Als grond goedkoper wordt, is schaal dan nog een ding? 

Beluister de podcast met Damaris Matthijsen over het loslaten van grondeigendom op weg naar een nieuwe economie. 

Ronald spreekt veel boeren over de hele wereld. Opvallend is dat ze vaak met kleinschalige systemen werken. Anders dan dat wij vaak denken wordt de wereldvoedselvoorziening niet door grote boeren gedomineerd zoals de Nederlandse. Sterker nog, 70 procent van ons wereldwijde voedsel wordt door kleine boeren geproduceerd. En dat is positief. Het betekent een breed spectrum aan argumenten en ervaringen van autonome boeren en ook de aansluiting naar de korte keten in direct contact met de consument..

In een tijd van uitbreidende dorpen en steden moeten we ons afvragen wat de functie is van de boer. En wat zijn letterlijke plek en bestaansrecht is. Welke rol krijgt de voedselvoorziening in een gebied dat verstedelijkt? Moet de voedselvoorziening lokaal opgelost worden? Of kan dat ook anders? En krijgt het land van de boer misschien wel een heel andere functie? 

Beluister de podcast met Jan Duindam over hoe hij invulling geeft aan de sociaal-maatschappelijke vraagstukken waarop het antwoord nog ontbreekt. Welke rol speelt de burger in het meedenken om een oplossing? 

Van uitvoerder naar strateeg
Het vraagstuk omtrent teruggaan naar je normen en waarden heeft ook een leidersschapscomponent. In het geval van de boer betekent dat een beweging van uitvoerder naar strateeg. Een ervaren biologische boer is als het ware een dirigent van een groot orkest: de natuur, het ecosysteem. Net als een dirigent beïnvloedt de boer zijn land heel subtiel. Hij gaat te werk als een systeemdenker. De boer als uitvoerder is veelal een lineaire denker, maakt gebruik van middelen en is in mindere mate bezig met de werking van het ecosysteem en de natuur. 

Wat zou er gebeuren als de boeren de transitie kunnen maken van operationeel uitvoerder naar strategisch dirigent? Hoe zal dan de dialoog verlopen in de maatschappij?

Een hobbel die genomen moet worden volgens Ronald is die van het opgeknipte takenpakket van de boer. Was de boer bijvoorbeeld vroeger ook natuurbeheerder, nu is zijn landschapstaak bij Natuurmonumenten belegd. Het gevolg van deze efficiencyslag is dat de afstemming tussen de boer met zijn (technische) vaardigheden en het landschap verbroken is. En daarmee ook het gezonde verdienmodel als rentmeester. Daar ligt dan ook de kans volgens Ronald. De inrichting van een nieuw systeem op basis van agro-ecologie is houdbaar op lange termijn en ook het verdienmodel wordt gezonder voor de boer. Het omvat het hele spectrum aan manieren om plaatsgebonden in samenwerking met de natuur voedsel te produceren. En daarmee dus ook de verbinding met voedsel al dan niet via de korte keten.

Ronald is er dan ook pleitbezorger van dat zowel gangbare als agro-ecologische boeren met elkaar ervaringen uitwisselen en samen de vraagstukken gaan oplossen. Terug naar vroeger met de learnings van vandaag. De biologische sector bijvoorbeeld heeft altijd de deuren opstaan voor boeren die de transitie in willen gaan. Samen de pijn delen en perspectief bieden dat het ook anders kan. Want alleen lukt het nooit. We hebben elkaar nodig om deze helse klus te klaren en de pijn te benoemen zoals die echt is. Alleen zo kunnen de boeren zorgen voor een gezamenlijke stip op de horizon. Want één ding wat glashelder is voor Ronald; de boer is trots op zijn vak. Het is daarom onze maatschappelijke plicht om hem/haar te laten weten dat we samen naar een ander landbouwsysteem gaan. Eerlijk, transparant en lokaal. 

BIJLAGE:
[Document: de wereld voeden met agro-ecologisch van VN]

Om meer van deze gesprekken te maken, ben ik afhankelijk van donaties van lezers zoals jij.
Overweeg je aan te sluiten bij de Petje.af/nieuwvoer community of doneer een bedrag via deze link.
Zo maak je het mede mogelijk om de pioniers in de landbouwtransitie het podium te geven.